Serieus nemen

Als ik bestuurder was zou ik er ook moe van worden: elke maand verplicht vergaderen met een OR die niet méé wil. Je doet het nooit goed. Als je je zaakjes zorgvuldig voorbereidt ben je te laat met informeren. En betrek je ze op tijd en vraag je ze om reactie, dan kijken ze je glazig aan, zo van: ‘welke loer gaat hij ons nu weer draaien’. Het is een kat en muis spel, waarin de rollen nogal eens wisselen. Soms is de OR de kat en wordt de bestuurder bestookt met mailtjes in de trant van: we wachten nog steeds op antwoorden van onze vragen. Dan weer is het de bestuurder die de OR opjaagt met een ultrakorte deadline voor advies. Meestal resulteert dit in een vlucht naar ‘n voor de ander onbereikbaar, maar veilig holletje. Net als bij Tom & Jerry kunnen ze niet mét, maar ook niet zónder elkaar. Hoe deze vicieuze cirkel te doorbreken?
Het antwoord zit verborgen in de meest gehoorde klacht van de OR, die van: hij neemt ons niet serieus. ‘Hij’ staat voor ‘de bestuurder’. Bij het intakegesprek met de OR komt een man van 2.09 meter met een hoofd als een betonhamer, borstelwenkbrauwen, en oogverblindende manchetknopen bij mij naar boven. Er wordt een beeld geschetst van een despoot of zonnekoning. In het beste geval iemand die zaken ‘in het belang van het bedrijf’ erdoor heen ramt, maar nog vaker iemand die doet alsof hij begaan is met de medezeggenschap, maar zich feitelijk niets aantrekt van het bestaan ervan. Het is deze man, en soms is het een vrouw, die ik graag uitnodig tijdens een OR training, al is het omdat ik geleerd heb dat oordelen over een ander vaak meer zegt over de oordeelgever. Daarom reageer ik op de klacht van de OR graag met een vraag: hoe serieus nemen jullie jezelf?

If you want to be a winner then you must think like a winner, you must talk like a winner and you must act like a winner. Deze oneliner, die ik ergens van internet pluk, kun je ook gebruiken voor een meer proactieve OR. Denk als een bestuurder, praat als een bestuurder en handel als een bestuurder. Om de gewenste gelijkwaardigheid écht van de grond te krijgen moet je vaker op de stoel zitten van. Dat betekent bijvoorbeeld dat het initiatiefrecht (artikel 23 lid 3 WOR), een in de praktijk nauwelijks gehanteerd instrument, vaker en professioneler moet worden ingezet. De gedachte dat je met het stellen van een vileine vraag tijdens de overlegvergadering al initiatief toont is wat kort door de bocht. Een goed initiatief vraagt voorbereiding, samenspel en politiek gevoel. Hier volgen at random wat tips:

1. Neem minimaal 1 initiatief per jaar
Laat zien dat je iets meer doet dan alleen controleren en kritisch volgen. Plan voldoende tijd in om te werken aan een idee waarmee je je op de kaart zet. Stoelmassage in de pauze past goed in het huidige gezondheidsbeleid en vermindert nek- en rugklachten.
2. Ga voor haalbaarheid
Maak het niet te moeilijk. Steek je energie in kleine zaken met grote impact. Liefst in een beweging, die al aan de gang is. Interesse in het Nieuwe Werken? Organiseer een workshop!
3. Vergeet de cijfers niet
Als je serieus genomen wilt worden moet je het voorstel financieel onderbouwen. Als het gaat over organisatieverandering: maak een business case met een risico analyse.
4. Gebruik je bestuurder slim
Hou je counterpartner op de hoogte van je vorderingen. Zo kun je eventuele bezwaren voortijdig tackelen. Vraag ook om advies, bijvoorbeeld bij het invoeren van een pestprotocol.
5. Vier een feestje
Iedereen mag het weten wanneer je initiatief is gehonoreerd. Het is je bewijs van vermogen dat natuurlijk ook uitgebreid terugkomt in je OR jaarverslag.

One Reply to “Serieus nemen”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *